Wheels was een trio onder leiding van de Eindhovenaar Henk Coolen.
De in 1937 in die stad geboren jazz-pianist speelde vanaf het begin van de jaren zestig een grote rol in de befaamde Eindhovense Jazz Sociëteit in het even beroemde zaaltje van Poort van Kleef. Daarna werd hij mede oprichter van de Jazzclub Wilhelmina.
In 1965 richt hij het Henk Coolen Trio op dat later werd omgedoopt Wheels. Drummer Jeroen ophoff speelde daarin o.a. in mee (Jeroen was in die tijd tevens drummer bij Peter en zijn Rockets). Peter Koelewijn kwam op het idee om van zijn “Kom van dat dak af “ een instrumentale versie te maken à la het befaamde Amerikaanse Ramsey Lewis Trio (“The Incrowd”) en daarvoor had hij Wheels op het oog. Als B-kant koos hij het Q 65 nummer “I despise you”. De plaat werd een bescheiden succesje en werd ook in België uitgebracht.
Peter Koelewijn was in de tijd verslaggever van het Eindhovens Dagblad. De krant kreeg trouw een uitnodiging voor de activiteiten van de Jazz Sociëteit maar buiten een summiere aankondiging, hoefde van de hoofdredactie verder geen aandacht besteed te worden aan dit soort evenementen. Peter droeg de jazzclub een warm hart toe en maakte steeds een verslag van zo’n gebeurtenis. Vaak traden beroemde jazzmusici op en daarvan werd steeds een ooggetuigenverslag in de krant gegeven door de verslaggever. Maar die had vaak geen zin om naar zo’n optreden te gaan omdat jazz nu niet direct zijn voorkeur genoot. Tóch wilde hij de Sociëteit niet in de kou laten staan en daarom ging hij steevast aan het einde van de avond naar de Poort van Kleef, zocht Henk Coolen bij de bar op en hoefde alleen maar te zeggen “Nou Henk, dat was me een avondje wel”. Dan begon Henk enthousiast te vertellen hoe goed
de betreffende artiest wel niet was en met die wetenschap haastte Koelewijn zich naar de redactie, schreef op wat Coolen hem had verteld en de volgende ochtend had de Eindhovense Jazz Sociëteit een prachtig stuk in de krant. Tot op een avond, na het optreden van een beroemde Amerikaanse pianist, de journalist zich weer meldde bij Henk Coolen met de opmerking “Nou Henk, dat was me het avondje wel” .
De zaal was nog stampvol maar dat gebeurde wel eens meer als men zin had om nog wat na te borrelen. Het bestuurslid van de jazzclub bleef onbewogen en antwoordde zelfs tot Peter’s verbazing met “Tja, ’t was áárdig”. Koelewijn wist niet wat hij hoorde en probeerde weer voorzichtig met “Nou, aardig goéd zul je bedoelen !” En zo ging het gesprek een tijdje door zoals wel eens meer gebeurd als twee mensen denken op één lijn te zitten maar in werkelijkheid over twee totaal verschillende zaken aan het praten zijn. Peter raakte volledig in verwarring totdat Henk hem eigenaardig aankeek en vroeg: “Zeg Peter”, ben jij vanavond wel hier geweest”.
De verslaggever wilde er niet omheen draaien en antwoordde; “Eigenlijk niet nee”. Henk knikte peinzend en zei toen langzaam: “’ Ik dácht al. Jij bedoelt steeds die Amerikaan natuurlijk. Maar die is onnoemelijk opgehouden. Daar zitten we met z’n allen hier nog op te wachten. In zijn plaats speelde een dixyland bandje om de tijd te vullen. Maar by the way; is dat wel eens meer gebeurd dat je er niet was ?” Koelewijn beaamde dat. “En tóch stond er de volgende dag een fantastisch stukkie in de krant”, zei Coolen “alsof ik het zelf geschreven had”. Peter bekende dat dat heel vaak ook de verhalen waren die de ander hem dan aan de bar had verteld en zuchtte, met spijt in z’n stem: “Tja, dat kan nou dus niet meer. Je hebt me door. Maar ik heb het eigenlijk alleen voor de Sociëteit gedaan omdat niemand van m’n collega’s over de jazzclub wilde schrijven”. Henk Coolen sprong op. “Ben je bedonderd !”, riep hij, “we houden er helemáál niet mee op. Dit is fantastische publiciteit voor de club. Maar we gaan het anders doen. Als jij geen tijd of zin hebt om te komen, waarschuw jij mij even. Dan schrijf ik ’s avonds gauw een verslag. Dat kom jij dan halen en zorg je dat het de volgende dag in de krant staat. En alleen jij en ik weten er van. Niemand anders”. De Eindhovense Jazz Sociëteit heeft héél lang prachtige verslagen in de krant gehad en toen Peter het Eindhovens Dagblad verliet, ging hij naar hoofdredacteur Ton Brouwers. “Ik vind het een beetje jammer dat nu niemand meer over de Jazz Sociëteit schrijft”, zei hij tegen z’n baas. “Ik weet misschien een freelance verslaggever die mijn taak kan en wil overnemen. Hij heet Henk Coolen”. Brouwers keek hem aan en vroeg; “Is hij goed genoeg ? Want hij moet er minstens nét zoveel verstand van hebben als jij”. Peter knikte beamend. “Ja hoor. Ik sta voor hem in”.
En toen hij niet lang daarna een prachtig verslag in de krant zag staan over een optreden in de Eindhovense Jazz Sociëteit van één of andere jazz-grootheid, stond onder aan het stukje: Henk Coolen..…..
|