Peter Koelewijn Official website

Singles van 1990 t/m 1999
<< terug naar het overzicht

titel jaar label hitparade
Alice (who the X is Alice)
Alice (instrument.)
My brother is a rocker
Slaves on the run
1995 RPS 95022 1
Als Gompie

In 1995 kreeg Peter Koelewijn telefoon van vriend Rob Peters, directeur van de kleine, maar zeer actieve platenmaatschappij RPC. “Ik was gisteren in café Gompie in Nijmegen en daar ben ik van m´n kruk gevallen”, viel hij met de deur in huis. “De disc-jockey draaide de ouwe Smokie-hit “Living next door to Alice” en op het moment dat in het refrein die regel voorbij kwam, trok hij na het woord “Alice” het geluid weg. De hele zaal brulde. “Alice, who the fuck is Alice !?”. Peer, da´s een hit. Dat ga ik opnemen en jij moet het zingen !”

Koelewijn kende dat liedje natuurlijk, had het altijd leuk gevonden, dus stond hij de dag daarna met Rob in de MC Studio in Nederhorst den Berg en nam met technicus Hans Aalbers en arrangeur John van de Ven “Alice, who the X is Alice” op (zie Album discografie).

“Wat denk je er van”, stelde Rob aan Peter voor “zullen we de kosten samen delen en als we er iets aan verdienen, de winst ook?”. De zanger had geen idee of ´t een hit zou worden, maar wilde all the way met de grap meegaan.Besloten werd om de artiestennaam Gompie te gebruiken, naar het café waar het begonnen was.

De plaat kwam op de eerste plaats in de Benelux en werd ook een grote hit in diverse andere landen, tot in Canada toe. De Canadezen wilden een speciale clip maken voor de country markt. Daarvoor moest Peter Koelewijn overkomen naar Montreal. Maar hij zou net met de mix van het eerste Helmut Lotti album gaan beginnen in de Wisseloord Studio in Hilversum. De enige mogelijkheid was om binnen drie dagen heen en terug te gaan. Hij kreeg business-class tickets en werd in Canada met alle egards ontvangen, inclusief limousine van een meter of vijf met champagne en televisie.

Door het tijdsverschil kon hij maar een paar uur slapen. De volgende dag meldde hij zich op de set ergens in een straat, waar hij het meest krankzinnige circus zag uit zijn loopbaan. De regisseur had alles uit de kast getrokken: door elkaar renden figuranten als dienstmeisjes, schietende cowboys, brandweerlieden, agenten, een ballonnen verkoper en nog een hele rits andere malloten. “Mijn hemel”, dacht de artiest “wat is míjn rol in dit pandemonium”.

Hij was nog lang niet aan de beurt, kreeg hij te horen en daarom nam iemand van de platenmaatschappij hem mee naar een radiostation om de plaat te promoten. Peter kwam in een programma terecht met drie presentatoren, die allervriendelijkst waren en die de zanger helemaal in hun armen sloten toen die ook nog een beetje Frans bleek te spreken. Want dat deel van Canada is Franstalig. De Nederlander had een gitaar opgemerkt en zag dat er soms veelbetekenend naar gekeken werd. “Ja”, fluisterde de man van de platenmaatschappij “ze willen eigenlijk dat je een stukje van “Alice” speelt en zingt”. Koelewijn zat nog met z´n jet-lag en zag dat niet zo zitten, dus hij vroeg om het waarom. “Nou”, kreeg hij te horen “er komen hier zoveel, vooral Amerikaanse, nieuwe artiesten en groepjes die allemaal de mooiste platen hebben gemaakt. Alleen zijn ze er hier al een tijdje achter dat een hoop van die lui die platen zelf niet hebben gezongen óf dat er een maand over gedaan is om het er op te krijgen. Aan die fake doen deze radiomensen niet meer mee. Een artiest die zijn platen gedraaid wil zien, zal eerst moeten bewijzen dat ´ie ook wat kan”. Een examen dus. Peter Koelewijn nam de gitaar, rijmde nog een coupletje met de namen van de DJ´s er in en slaagde met vlag en wimpel.

Toen hij later weer op de set kwam, nam de regisseur met hem nog gauw een shot op. Peter heeft de clip nooit gezien, maar hoorde wel achteraf dat hij helemaal naar Montreal was gevlogen om er tien seconden in te zien te zijn…

Terug naar boven

[ Home | Nieuws | Biografie | Discografie | Media | Awards | Songteksten | Fotoalbum | Video | Service | Contact ]

© | Colofon | Gebruiksvoorwaarden