Peter Koelewijn weer actief 'Ik ben een soort bezienswaardigheid' geplaatst in: Muziek Expres/augustus 1981 auteur: Mat Heffels Jaren hoor je niets van hem en dan plotseling is hij er weer. Dit keer met de single, 'Klap maar in je handen', en een dubbele live-elpee, opgenomen tijdens een Countdown-uitzending. "We hadden nog wat te goed van Veronica. De laatste keer dat we wat voor hen gedaan hebben, Nederland Muziekland was dat geloof ik, ging er iets behoorlijk fout met de techniek. Wij waren de enigen die live speelden, dus we kwamen er heel bekaaid af. Met deze Countdown kregen we revanche. Het nummer 'Klap maar in je handen' heb ik speciaal voor de gelegenheid geschreven, omdat ik wist dat er meer dan drieduizend mensen zouden komen. Met het idee 'Je weet maar nooit' hebben we toen ook een band mee laten lopen. Achteraf bleek het zo goed te klinken, dat we er maar meteen een dubbele live-elpee van gemaakt hebben." Een plaat maken betekent bij Koelewijn nog steeds een hit maken. Maar in vergelijking met vroeger is er wel wat veranderd. Toen was er nauwelijks één hitparade, tegenwoordig zijn er wel tien. Er is ondermeer de Nederlandstalige Top Tien die in het programma 'Op Volle Toeren' wordt uitgezonden. Het interview vindt plaats tijdens de opnamen van dit programma in de Efteling. Hoe vindt Koelewijn het om zijn rock 'n' roll te play back-en tussen optredens van de Havenzangers en Willeke Alberti? "Prima. Ik doe het met plezier. Als je Nederlandstalige muziek maakt, moet je ook bereid zijn om in een Nederlandstalige hitparade op te treden. Het hoort er gewoon bij, net zo goed als ik nou met jou zit te lullen. Wij maken dan wel rock 'n' roll, maar muziek blijft muziek. Stray Cats of Havenzangers, dat maakt in principe niets uit." Dat is blijkbaar ook de opvatting die je huldigt in je vak als producer. Want je produceert zo'n beetje alles wat los en vast zit. Van Babe tot Nico Haak en van Bots tot de Twee Pinten. "Zo is dat. Ik schaam me voor niets wat ik doe. Wat ik aanpak, probeer ik gewoon zo goed mogelijk te doen. Dat is ook in het belang van mijn artiesten. Vergeet niet dat elke mislukking niet alleen een grote teleurstelling is, maar ook nog eens een hoop geld kost." "Vaak heb je bij de artiesten van die echte ééndagsvliegen. Eén hit, en dan lukt het niet meer, er is geen goed materiaal meer of zo'n artiest blijkt achteraf toch gewoon te licht. Maar ik heb ook singles gemaakt die als grap geboren werden. 'Kom uit de bedstee m'n liefste' van Egbert Douwe is daar een voorbeeld van. Het geluk spreekt bij zoiets een woordje mee. Je hebt het af, je weet dat het leuk is, maar je moet maar afwachten hoe het in het land aankomt." "Daar kun je je dan nog lelijk in vergissen. Ik heb bijvoorbeeld de eerste single van Normaal gedaan. Ik zei toen tegen Berend, dat het zingen in het Achterhoeks naar mijn idee toch te beperkt was. Hij geloofde dat niet en achteraf blijkt dat hij gelijk had, ze zijn nu enorm populair. Hetzelfde kan ook andersom. Met 'Carolientje' van Willeke Alberti ging het zo. Alle mensen van Born Free, de eigen produktiemaatschappij die ik toen nog had, dachten dat het een flop zou worden. Maar dat durfden ze niet tegen me te zeggen. Achteraf blijkt het dus de grootste hit te zijn geworden die Born Free ooit heeft gehad. Als het misgaat met een bepaalde produktie ligt het vaak aan mezelf, maar ook vaak aan de artiest." "Soms denk ik: 'Christemeziele, dat had ik zelf tien keer zo goed gedaan'. Of het dan zo is, weet je maar nooit, maar dat gevoel heb ik wel eens." Is dat dan de reden waarom je af en toe besluit om zelf maar weer eens een plaatje te maken, want van een constante carrière kun je in jouw geval toch nauwelijks spreken. "Misschien wel. Het mooiste is gewoon als je alles zelf doet, dan heb je ook alles aan jezelf te danken of te wijten. Ik ben geen goeie zanger, laat ik dat maar meteen zeggen, voordat jij het zegt. Maar ik ben wel een fantastisch entertainer. Ben ook een soort bezienswaardigheid. Je moet voor de aardigheid eens een optreden van ons meemaken. Dan weet je meteen waarom ik door blijf gaan. Bijvoorbeeld dat optreden in de Merwedehal voor Countdown. Vijfendertighonderd man gaan plat. De Stray Cats hadden het na ons maar moeilijk. En dat is ook logisch, want die lui hebben twee hitjes en wij spelen er zo al zeven of acht achterelkaar. Het frappante is dat iedereen die hits ook nog kent. Het zijn enorme toestanden, het is zelfs nog erger dan vroeger, maar het is een enorme kick. Alleen je moet het lichamelijk kunnen opbrengen. Dat is vooral voor mij moeilijk. De Rockets zijn profs, zonder mij spelen ze onder de naam Bonnie. Dankzij die hit nu hebben we zo'n zes optredens per week. Dat is zwaar, daarom zorgen we in elk geval dat de installatie en dergelijke steeds honderd procent zijn, dat is dan weer een zorg minder." "Het lijkt wel of iedereen op ons heeft zitten wachten. Ik kan me dat ook voorstellen. Er is genoeg kwaliteit onder Nederlandse bands, maar ze doen vaak zo moeilijk. Voorlopig hebben wij in Nederland nog werk zat. De optredens zijn ook nog steeds lonend. Naar het buitenland kunnen we altijd nog, als er een idioot te vinden is die ons daar wil uitbrengen. Dat zal trouwens moeilijk worden want hier in Nederland zijn Peter en zijn Rockets toch een begrip." "Ik ben nu veertig en freelance producer. Ik ben geen artiest die constant met zichzelf bezig is. Ik ben niet van plan om de rock 'n' roll vaarwel te zeggen vanwege mijn leeftijd. Chuck Berry staat tenslotte ook op z'n vierenvijftigste nog de pats te maken. Toen ik 'Het beste in mij is niet goed genoeg voor jou' maakte, dacht ik dat ik er even uit moest. Ik had daar behoefte aan. Mijn volgende elpee wordt weer zoiets. Autobiografische teksten, maar daar versta ik ook teksten onder over dingen die ik niet zelf meegemaakt heb, maar waarvan ik me kan voorstellen dat ik ze zelf meemaak." "Bij de vorige solo-elpee heb ik de Rockets opgeheven omdat ik dacht dat ik afscheid wilde nemen van de rock 'n' roll. Dat doe ik dit keer niet, mijn nieuwe elpee zal in dezelfde sfeer liggen als 'Het beste in mij...' maar toch ook veel stevig werk bevatten, Want het is dom om te denken dat de rock 'n' roll voorbij is." |