De sprong in het duister
<< terug naar het overzicht
titel | De sprong in het duister |
artiest | Peter Koelewijn |
tekstschijver/componist | P. Koelewijn |
Een koude morgen, kwart over twee En in een bed vecht een vrouw hard voor haar baby Het is haar eerste, en elke wee Snijdt door haar heen, maar zij denkt slechts aan haar baby Zij houdt de spijlen krampachtig vast Dan een zacht huilen en de moeder lacht en luistert Het kind is daar voor de eerste sprong in het duister Een maandagmorgen, vijf over acht Hij ziet het schoolplein en hij voelt zijn knieën knikken De eerste schooldag, en hij zegt zacht ik wil naar huis” maar moeder hoort niets van zijn snikken Want hij´s al zes, baas over vriendjes Het echte schoffie, maar diep in zijn hartje huist er Paniek en angst voor die grote sprong in het duister Zo maar een morgen, kwart over acht Zij is net achttien en zij gaat het hun vertellen Zij wil het huis uit, want buiten wacht De wereld en ze kan het zonder thuis ook stellen Er komt verzet en haar moeder huilt nog Maar vader weet al dat zij toch niet naar hen luistert Een beetje bang waagt zij dan, de sprong in het duister Een mooie morgen, kwart over tien Hij in het grijs , en zij in een wolk van tule Zovele vrienden, kwamen hen zien Zij kregen alles van fonduestel tot pendule Er werden tranen weggeveegd Op het moment dat het ja-woord werd gefluisterd De dag was mooi voor een nieuwe sprong in het duister Een wintermorgen, kwart over elf En in de verte luiden zwaar de bronzen klokken En ieder staat daar, in zichzelf De zwarte aarde wordt al wit onder de sneeuwvlokken Het is een afscheid, voor altijd en De wind beroert de hoge bomen en dan ruist er Iets als een groet, bij de laatste sprong in het duister |